Pech onderweg
Wat je van een kapotte benzinepomp kunt leren
Rijden met een klassieker brengt risico’s met zich mee. Je kunt te maken krijgen met pech onderweg. Sterker, de kans op pech is nogal groot. In ons geval, hebben we elke vakantie wel een keer pech. Zo liep vorig jaar onze liefde voor de Saab een minuscuul deukje op door een waterslang die het begaf. Gelukkig werd de kapotte slang ingenieus hersteld door een oude monteur waardoor we toch naar huis konden rijden, (zie mijn vorige blog: Oud is gewoon beter).
Dit voorval maakte mij opnieuw duidelijk dat met een oude auto op vakantie gaan, betekent dat deze waarschijnlijk niet gerepareerd kan worden als je ongewild stil komt te staan. Om pech voor te zijn heb ik op advies van een klant (ook een liefhebber van oude Saabs) deze vakantie dan ook een aantal reserveonderdelen meegenomen. Een van de reserveonderdelen was een benzinepomp.
Op de weg naar huis ter hoogte van Milaan op de A8 schokt de motor een aantal keer. Ik kan nog net een SOS parkeerplaats bereiken en dan is het gedaan. “Dit is de laatste keer dat we met de Saab op vakantie gaan,” zegt mijn vrouw teleurgesteld. “Dat denk ik ook,” antwoord ik terwijl ik uitstap. Ik doe de motorkap open en controleer de slangen en de zekeringen. Maar alles lijkt ok. Het moet dus iets anders zijn. Vermoedelijk is het iets met de benzinetoevoer. Ik bel de ANWB en zij schakelen een wegsleepdienst in. Anderhalf uur later staat de Saab weer met vier wielen op de grond van een industrieterrein ergens in de buurt van Milaan.
Pech en toch geluk
Een monteur van eind 50 wordt onze steun en toeverlaat. Hij spreekt geen woord Engels en mijn Italiaans is niet veel beter. Gelukkig hebben we mobiele telefoons die alles kunnen vertalen. Ik vertel tegen mijn mobiel dat ik denk dat we een probleem hebben met de benzinetoevoer en mijn mobiel vertelt het tegen de monteur. Hij knikt, loopt naar binnen en komt terug met een spuitbus die hij in de luchttoevoer van de motor spuit. De monteur vraagt of ik de motor wil starten. De motor slaat aan.“Niente benzina.”
Ik vertel dat ik een reserve benzinepomp bij me heb. Hij kijkt me natuurlijk verbaasd aan. Uit de kofferbak pak ik een tas waar de benzinepomp inzit. Een kneuterig ding, volgens mijn vrouw. Ze had iets heel technisch verwacht.
De monteur vindt het een verademing om weer eens aan een auto te werken die je met hamer en schroevendraaier kunt maken.
Een uur later gaan we weer op weg en na 20 kilometer rijden we voorbij aan de plek waar we stil zijn gevallen. Op dat moment realiseer ik me dat deze kapotte benzinepomp mij geleerd heeft dat liefde voor iets of iemand nooit vanzelfsprekend is en dat je op momenten dat het mis gaat pas beseft wat liefde of geluk is.